* omstreeks 1702 te Alkmaar, ✝ aldaar (sterfj. onbekend), was een bekend organist en klokkenist. Schreef: Onderrichtingen van den Generaal Bas en Verhandelingen van den oorsprong en voortgang der orgelen met de voortreffelijkheid van Alkmaars groote orgel (Alkmaar 1727).
Ook vertaalde ij de harmonieleer van David Keiler, die door dezen laatste te Hamburg in 1731 in druk werd gegeven. Later verscheen hetzelfde werk bij J. Ovens Jr. (1751); er bevinden zich twee sonates van Havinga in, die vrij zonderling moeten zijn.