* 3. 12. 1889 te Neurenberg, dir, en comp., 1908—1912 leerling v. d. Akademie d.
Tonkunst te Mönchen (Zilcher, Becht, Beer-Walbrun, Klose, Mottl). Na te St. Gallen en Karlsruhe als dirigent werkzaam te zijn geweest, studeerde hij 1914—'18 nog bij Gernsheim en Georg Schumann te Berlijn, is sedert 1921 te München gevestigd. Componeerde o.a. v. orkest: Tanzbilder (Balletmuziek) op. 4, Kriegsouverture op. 5, en een Kleine Suite op. 12, pianowerken (Pianosuite op. 12 vierhandig, Walsen op. 13 vierhandig, Perpetuum mobile v. 2 piano's op. 8 en een Schule der Klaviertechnik op. 9), kamermuziekwerken (pianotrio op. 7, een bekroond strijkkwartet in c kl. t. op. 11), alsmede liederen en koorwerken (Requiem op. 16). Hij schreef: Grundlagen der modernen Harmonik (1922),