* 6. 7. 1739 te Wörlitz,✝ 28, 2. 1796 te Dessau, violist en componist. Leerling van Karl Höckh te Zerbst en Franz Benda te Berlijn, werd door zijn beschermer Leopold III van Anhalt-Dessau meegenomen naar Italië en 1775 tot zijn hofmusicus benoemd.
Rust was een uitnemend violist en een voortreffelijk componist voor zijn instrument. Eenige zijner vioolsonates zijn door Ferd. David en E. Singer opnieuw uitgegeven. Van zijn sonates voor piano en die voor piano en viool heeft zijn kleinzoon W. Rust een verre van onberispelijke uitgave bezorgd, waarin deze eigengerechtigde toevoegsels aanbracht. Vincent d'Indy heeft daarentegen een zeer prijzenswaardigen herdruk van de pianosonates bezorgd. De Italianen hadden groot ontzag voor zijn virtuositeit als luitenist. Een herdruk van een sonate voor viool en luit van zijn hand bezorgde H. Neemann in 1925. Zie verder H o s a e u s' monografie over Rust en het muziekleven te Dessau (1882) en de in 1927 te Berlijn gedrukte dissertatie van Rud. Czach over Rust.