Freiherr, (Portret plaat 7), * 27. 4. 1812 op het riddergoed Teutendorf in Mecklenburg, ✝ 24. 1. 1883 te Darmstadt, componist, leerling van Reicha te Parijs. Werd in 1855 intendant van den hofschouwburg te Schwerin, verbleef tot 1863 doorgaans te Parijs, vestigde zich 1868 op zijn landgoed bij Weenen, later te Darmstadt.
Van zijn opera's, welke verwantschap vertoonen met de oudere Fransche opéra comique, zijn in het bijzonder bekend en geliefd gebleven Allessandro Stradella (1844) en Martha (1847 te Weenen). Verder noemen wij Indra (1853), Zilda (als Fatmé in 1924 bewerkt door Bardi), muziek bij Shakespeare's Wintertale enz. Zijn weduwe gaf in 1892 zijn biografie in het licht.