* 27. 1. 1833 te Oberoderwitz. ✝ 29. 12. 1889 te Dresden, studeerde muziek te Dresden (Fr. Wieck, J.
Otto en J. Rietz) en was muziekleeraar in Polen. Na 1857 was hij te Dresden als dir. van verschillende zangverenigingen en sedert 1878 als organist en kantor a. d. Johannes-kerk gevestigd. Hij componeerde mannenkoren, een Frühlingssinfonie op. 25, en andere (totaal 32) werken. In 1875 werd zijn operette Die geängsteten Diplomaten te Dresden opgevoerd.