* 24. 9. 1761 te Lübeck, ✝ 28. 1. 1817 te Kopenhagen, zoon van K. Ad.
K. Was aanvankelijk te Kopenhagen werkzaam, waar zijn eerste opera Holger Danske in 1789 werd opgevoerd. Ging 1790 naar Berlijn, waar hij met Reichardt enkele muziektijdschriften redigeerde, werd 1793 schouwburgdirigent te Frankfort a/M. en Praag, 1795 hofkapelmeester te Kopenhagen. Componist van oratoria, cantates, sonates, liederen en zangspelen. Behalve bovengenoemde schreef hij nog een groote opera Erik Ejegod (1798). Vooral als liedercomponist werd K. hoog geschat.