* 26. 7. 1809 te Belzig, ✝ 2. 3. 1883 te Frederikshald (Noorw.), broeder van K. G.
R. Was leerling van de Thomasschool te Leipzig, studeerde bij Dehn te Berlijn contrapunt en was 1840—1850 schouwburgdirigent te Oslo, later militair kapelmeester te Frederikshald. Heeft veel gecomponeerd; zijn beste werk zijn zijn liederen en vooral zijn mannenkoren.