Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Frederik de groote

betekenis & definitie

* 24. 1. 1712 te Berlijn, ✝ 17. 8. 1786 te Sans-Souci, was een toegewijd muziekvriend en muziekbeoefenaar. Hij verbond vele bekende musici, zooals Quantz, de gebroeders Graun, Nichelmann, enz., aan het Pruisische hof en van 1740 tot 1767 was Carl Phil.

Em. Bach zijn kamercembalist. Zelf bespeelde hij de fluit. Koning Frederik componeerde ook, doch wilde van geen nieuwlichters als Gluck en Stamitz weten. Zijn fluitcomposities heeft Spitta in 1889 uitgegeven, zijn dansen Thouret. Ook een Symphonie van hem heeft in 1923 het licht gezien. Zie verder: G. Thouret, Friedrich d. Grossen Verhältniss z. Musik äl895) en Fr. d. Gr. als Musikfreund und Musiker (1899).

< >