* Juni 1663 te Saverne, ✝ 6. 1. 1738 te München, componist, leerling van J. K.
Kerll. Heeft van 1691 tot zijn dood het ambt van kapelmeester der Onze Lieve Vrouwekerk te München bekleed. Is een der beste orgel- en klaviercomponisten vóór Bach. Componeerde motetten, vereenigd onder den titel Octitonium (1696) en kleine orgelfuga's, opgenomen in zijn Prototypon longo-breve (1703 — 2 dln.). Zijn conservatieve neigingen spreken uit zijn Academia musico-poetica (1727), waartegen Mattheson zoo te velde trok, dat M. niet meer dan één deel in het licht gaf. Zijn pianoen orgelcomposities werden herdrukt door Max Seiffert in de „Denkm, d. Tonk. in Bayern" (deel XVIII, met biographie).