* 17. 5. 1760 te Kamenitz, ✝ 8. 1. 1831 te Weenen, waar hij in 1818 Leop. Kozeluh was opgevolgd als keiz. kamercomponist.
Schreef vele kamermuziekwerken (strijkkwartetten, triosonates, strijkkwintetten, trio's, enz.), symphonieën, concerten, missen, enz. welke weleer in trek waren.