Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Frans hasselaar

betekenis & definitie

* 17. 1. 1885 te Amsterdam, organist, leerling van het Amsterdamsche Conservatorium, waar J. B. de Pauw, Dan. de Lange, B.

Zweers en Jac. Hartog zijne leeraren waren. In 1906 werd hij organist a. d. Koepelkerk te Amsterdam, welke functie hij in 1927 verwisselde voor die van organist a. d. Westerkerk aldaar. Tevens is H. leeraar a. h. Inst. t. Onderwijs aan blinden voor orgel, solfège, contrapunt, comp. en koorzang. Hij componeerde liederen, koorliederen, en orgelwerken.

< >