Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

François joseph nadermann

betekenis & definitie

* 1773 te Parijs, ✝ 2. 4. 1835 aldaar, harpvirtuoos. Leerling van Krumpholtz, werd 1816 kamerharpspeler, 1825 leeraar aan het Cons., mede-vennoot van zijn broeder in de door zijn vader opgerichte harplabriek.

Componist van concerten voor zijn instrument, solo, getweeën of gedrieën, alsmede met piano of viool (fluit). Zijn broeder Henri (* 1780), was slechts een middelmatig harpist, werd niettemin zijn adjunct aan het cons. Bestreed in brochures de dubbel-pedaalharp van Erard, die een ernstig gevaar opleverde voor de ouderwetsche harp, welke op zijn fabriek werd vervaardigd.

< >