Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Ferdinand hummel

betekenis & definitie

* 6. 9. 1855 te Berlijn,✝ 24. 4. 1928 aldaar, pianist en componist, trad reeds op zijn zevende jaar als harpist op. Verwierf een beurs voor verdere studie, was eerst leerling van Kullak en van 1871 tot 1875 leerling van de Hochschule für Musik en de compositieschool der Academie.

Vruchtbaar componist van opera's: Angla (1894), Mara (1893), Assarpai (1898), Sophie von Brabant (1899), Die Beichte (1900) Ein treuer Schelm, Die Getilde der Seligen (1917), koorwerken: Columbus, Der neue Herr Oluf, balladen: Jung Olaf, Germanenzug, das Geisterheer, muzieksprookjes voor vrouwenkoor en solo: Rumpelstilzchen, Frau Holle, Hansel und Gretel, Die Meerkönigin, Die Najaden, een symphonie, cellosonates, kamermuziek, pianowerk, liederen. In 1897 werd H. tot Kgl. Musikdirektor benoemd.

< >