Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Felix nowowiejski

betekenis & definitie

* 7. 2. 1877 te Wartenburg (Ermland), oudste broeder van Ed. N., componist.

Leerling van het Sternsche Kons. te Berlijn, de school voor kerkmuziek te Regensburg, Bellermann en ten slotte nog 4 jaar van Max Bruch, verwierf den Meyerbeerprijs, waardoor hij gelegenheid had studiereizen te maken. Won nog een aantal andere prijzen, o.a. twee rijksbeurzen, een compositieprijs te Chicago, den Beethoven-Paderewskiprijs, in 1905 voor de tweede maal den Meyerbeerprijs. Was 1905—1909 te Berlijn werkzaam als koordirigent en leeraar in compositie, 1909—1914 te Krakau als directeur der muziekvereeniging en dirigent der Warschauer symphonieconcerten, 1920—1927 te Berlijn leeraar voor kerkmuziek en orgelspel aan het staatscons. te Posen. Sedert wijdt hij zich uitsluitend aan de compositie. Zijn bekendste werk is het dramatische oratorium Quo Vadis (1907), waarvan hij o.a. zelf de uitvoering te Amsterdam leidde. Verder noemen we Kreuzauffindung (1913), Beatum scelus op. 36 (oratorium), Vision der heiligen Katharina (orat), Vineta op. 28 (opera, 1924), Sigmundsglocke op. 46, (opera) Der Berggeist op. 47. (opper Sil. volksopera), Der Sachsenganger op. 17. (opera), de balletten Hohe Tatra op. 37 en Polnische Hochzeit op. 18, de ouverture Swaty polskie, Kujawiak (Poolsche dans, voor gemengd koor en orkest), Missa pacis (mis voor liturgisch en concertgebruik voor gemengd koor met orgel of orkest), balladen, orgelcomposities, motetten, madrigalen, enz.

< >