(Portret plaat lt), * 13. 5. 1810 te Cadenet, ✝ 29. 8. 1876 te St. Germainen-Laye, begon als koorknaap, werd daarna dirigent te Aix., bezocht vervolgens in 1830 het conservatoire te Parijs, waar hij bij Fétis (comp.) en Benoist (orgel) studeerde.
In 1833— 1835 maakte hij als een der leiders der SaintSimonisten een reis door het Oosten en zijn ode-symphonie Le Désert, het bekendste zijner werken, in 1844 voor 't eerst uitgevoerd, was de vrucht van zijn daar opgedane impressies. In 1845 maakte hij een reis door Duitschland en behaalde tevens met zijn opera's te Parijs groot succes. In 1867 werd hem een staatsprijs van 20.000 frs. toegekend, in 1869 werd hij in Berlioz' plaats tot lid der Académie en directeur der bibliotheek van het Conservatoire benoemd.Behalve Le Désert schreef hij de symphoniecantates Columbus en Moïse au Sinaï (1846), de opera's La Perle du Brésil, Herculanum en Lalla Roukh, 24 strijkkwintetten, 4 symphonieën, pianowerken, liederen, enz.