1) Verbeeldingskracht, verbeelding in het algemeen. In de muziek bijna identiek met voorstellingsvermogen.
Het inwendig hooren van klanken en hare combinaties en opeenvolgingen. Het vermogen om uit een wereld van klankverbeelding een werk te projecteeren is inhaerent aan de scheppingsacte van den componist. Zie ook onder aesthetiek.2) Zie fantasia.
3) Fr.: fantaisie; Duitsch: Phantasie. Compositie in vrijen vorm. Het „vrije" is op te vatten als tegenstelling tot de(n), in een bepaalde periode, overheerschende (n) kunstvorm (en), In de 18e eeuw bijv. staat de fantasie aan den eenen kant naast en tegenover het praeludium en de fuga, aan den anderen tegenover de sonate, bijv, J. S. Bach: Chromatische Phantasie und Fuge (voor klavier), Phantasie und Fuge, g moll, (voor orgel) waarbij de fantasieën als praeludia in vrijen, recitatief-achtigen vorm zijn op te vatten; L. v. Beethoven: Sonate quasi una fantasia op. 27 nr. 1 en 2 afwijkend van de gebruikelijke groepeering in 3 of 4 onderdeelen; (elk deei op zichzelf is weer in strengen, of ten minste symmetrischen vorm, gebouwd). De benaming fantasie zou evengoed passen voor de laatste klaviersonaten of sommige fragmenten der laatste strijkkwartetten.
Ook op zichzelf staande fantasieën, in strengen of minder strengen vorm, komen voor, bijv. J. S. Bach: Fantasie in c moll voor klavier, Fantasia, le deel uit de 3e Partita, in a kleine terts, voor klavier; Mozart, fantasieën in d kleine terts en c kleine terts; Beethoven, fantasie in b kleine terts voor piano, combinatie van lied, toccata en variatievormen.
Bijna alle groote componisten van alle tijden hebben fantasieën of fantasie-achtige stukken geschreven. Men vergelijke o.a. nog Beethovens Chorphantasie, Franck, vioolsonate, 3e deel, Chopin. fantasie f kleine terts voor klavier.
4) Improvisatie; zie onder fantaseeren.
5) Compositie in vrijen vorm, vaak als potpourri, (zie daar) met gebruikmaking van bestaande motieven en melodieën. Bijv. operafantasie, voor diverse instrumenten en combinaties van instrumenten; fantasie op volksliederen of volksdansen. Ook de rhapsodie (zie daar) is als een fantasie-vorm te beschouwen.