Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Fa-la

betekenis & definitie

Kleine, vocale, polyphone compositie, in den trant van het madrigaal of chanson, uit de 16e—18e eeuw, waarvan het slot, bij wijze van refrein, of wel coda, wordt gezongen op lettergrepen als fa-la. Zie bijv.

Joh. L. Hasler, Gagliarda, met de slotmaten.

< >