Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Evert cornelis

betekenis & definitie

(Portret plaat 36), * 5. 12. 1884 te Amsterdam, studeerde aan het Conservatorium voor piano en orgel en kon het instituut in 1904 met den „Prix d'excellence" verlaten. Na een concertreis gemaakt te hebben met Mevrouw Alida Loman—Lutkemann door Nederlandsch-Indië en Australië, werd Cornelis verbonden aan de Nederlandsche Opera van C. van der Linden, tot Mengelberg hem uitnoodigde zich te willen verbinden aan het Concertgebouw als plaatsvervangend dirigent.

Een jaar of zes geleden heeft Cornelis deze positie verlaten om op te treden als directeur van het Utrechtsch Stedelijk Orkest; bovendien leidt hij sedert het vertrek van Dr. Johan Wagenaar het koor van Toonkunst te Utrecht; de zangvereeniging van de afdeeling Rotterdam van de M. t. B. d. T. benoemde Cornelis na den dood van A. B. H. Verhey tot directeur en ook het koor van de afdeeling Haarlem stelde zich onder zijn leiding. Toen na den dood van Johan Schoonderbeek de Nederlandsche Bachvereeniging Cornelis ook n,og als leider verkoos, dreigde zijn taak te zwaar te zullen worden; hij heeft zich toen genoodzaakt gezien voor het directeurschap te Haarlem te bedanken. Als pianist is Cornelis bij herhaling opgetreden; bekendheid in den lande hebben zijn concerten met Bertha Seroen verworven, waarin steeds het allernieuwste ten gehoore gebracht wordt. De Fransche regeering heeft Cornelis' verdienste voor de moderne Fransche muziek erkend door hem te begiftigen met het Legioen van Eer. Dat hij als orkestleider de aandacht op zich heeft weten te vestigen, blijkt uit de aanvragen welke hij ontvangt, ook in het buitenland concerten te geven.

< >