* 24. 7. 1880 te Genève, componist van bijzondere beteekenis. Was eerst leerling van F.
Jaques Dalcroze, daarna te Brussel van Ysaye (viool) en Fr, Rasse (comp.) Later nog van Iwan Knorr te Frankf. a. M. en van Thuille te München. Zijn opera Macbeth, die in 1910 te Parijs in den Opéra-Comique werd vertoond, vestigde de opmerkzaamheid op B.'s bijzondere gaven. In 1915 vertrok hij als begeleider naar Amerika, waar hij waardeering vond. In 1920 werd B. directeur van het Conserv. te Cleveland (Ohio), in 1925 te San Francisco.B.'s werken zijn van sterk-persoonlijk karakter. Met voorliefde kiest hij Joodsche onderwerpen: (Trois poèmes Juifs voor orkest), Schelomo (Hebreeuwsche Rhapsodie voor violoncel en orkest), Symphonie Israel. Voorts schreef hij de symph. gedichten Vivre et aimer en Printemps-Hiver, benevens een belangwekkend strijkkwartet.