1) één der drie melodische genres der Grieksche muziek, waarbij de bewegelijke tonen van het tetrachord (zie daar) zóó geplaatst zijn, dat zij met de vaste tonen van boven naar beneden de volgende intervallen vormen: groote terts, kwarttoon,
2) een als gevolg der getemperde stemming optredend verschijnsel waarbij 2 mathematisch verschillende tonen in de practijk eenzelfde toon zijn, b.v.: cis-des.