* 25. 4. 1893 te Antwerpen, studeerde aanvankelijk in de letteren, wijdde zich 1913 aan de muziek en studeerde hij Courvoisier en Fr. Klose te München, daarna bij Humperdinck en G.
Schumann te Berlijn. Was eerst violist bij de Duitsche opera, daarna tweede concertmeester te Essen, thans sinds 1919 kapelmeester aan de stadsschouwburgen te BochumDuisburg. Componist o.a. van Sintonische Musik op. 1. (Dusseldorp 1922), Ciaconna en Suite voor orkest, werken voor koor en kamerorkest, een strijkkwintet, een Gotische Suite voor blaaskwintet op. 14, de opera Die Troërinnen op. 15, enz.