(Portret plaat 65), * 22. 11. 1902 te Kolomea, violoncellist, kwam in 1909 naar Weenen, waar hij van zijn vader het eerste cello-onderricht ontving. Later werd hij leerling van Ant.
Walter en daarna studeerde hij nog bij Jul. Klengel te Leipzig. Reeds in 1913 trad hij in het openbaar op en werd, eerst 16J/£ jaar oud, leeraar aan het conservatorium en solocellist van het Gürzenich-orkest te Keulen. Ook was hij cellist van het Bram Eldering-kwartet. 1930 werd hij Prof. a. d. Hochschule f. Musik te Berlijn.