Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Edward francis rimbault

betekenis & definitie

* 13. 6. 1816 te Londen, ✝ 26. 9. 1876 aldaar, musicoloog. Was aanvankelijk organist (leerling van Wesley), legde zich echter reeds spoedig toe op muziekgeschiedenis.

Richtte 1841 met E. Taylor en W. Chappell de „Musical Antiquarian Society" op, waarvoor hij de uitgaven van oude Engelsche componisten bezorgde, terwijl hij tevens secretaris en redacteur werd van de Percy Society, die oude Engelsche poëzie opnieuw uitgaf, en van de Motet Society, die werken van Palestrina, Lasso, enz. met Engelschen tekst publiceerde. De reeks van zijn publicaties is ongelooflijk groot, in de eerste plaats op het gebied der oude Engelsche kerkmuziek, maar daarnaast ook van dansen, volksliederen, bakerliedjes, Purcells opera Bonduca met een geschiedenis van de dramatische muziek in Engeland, Parthenia or the first music ever printed for the virginals, Handels Samson, Saul en Messias. Verder een pianoschool, twee leerboeken voor harmonie, een geschiedenis van het orgel, een van de piano, een bibliographie van de madrigaalkunst in de dagen van koningin Elizabeth en Jacob I, het prachtwerk Gallery of German Composers (1873), enz. Was redacteur van het tijdschrift The Choir. Heeft een groot aantal piano-uittreksels van opera's gemaakt en zelf twee kleine opera's alsmede liederen gecomponeerd. Zijne universiteitsvoordrachten over muziekgeschiedenis hadden grooten toeloop. Hij was lid van het Engelsche oudheidkundig genootschap, de universiteit van Stockholm benoemde hem tot Dr. phil., de Academie van wetensch. aldaar nam hem als lid aan, 1848 benoemde de Harvard University hem tot Doctor h. c.

< >