Fr.: Accord parfait; Ital.: Accordo perfetto; Eng.: triad; Duitsch: Dreiklang. Accoord, bestaande uit 3 tonen, n.l. grondtoon, terts, en kwint.
Men onderscheidt, bij deze terts kwint-drieklankena) groote,
b) kleine,
c) overmatige,
d) verminderde,
e) dubbel verminderde,
e) hardverminderde.
Voorbeelden, gebouwd op c.
Deze drieklanken onder a tot en met d) zijn laddereigen (zie daar) in den groote of in den kleine terts toonaard (zie daar).
De andere behooren tot de gealtereerde accoorden. (Zie alteratie).
De groote 3-kl. bestaat uit gr. 3 & reine 5
„ kleine „ „ „ kl. 3 & „5
„ overm. „ „ „ gr. 3 & overm. 5
„ verm. „ „ „ kl. 3 & verm. 5
„ dubb. verm. 3-kl. „ „ verm. 3 & verm. 5
„ hardverm. „ „ „ gr. 3 & verm. 5
Men kan ook drieklanken (het woord niet op te vatten in de gewone, hierboven aangegeven beteekenis, doch als uitdrukking voor 3-tezamen-klinkende-tonen) bouwen met grondtoon, kwart en septiem (kwartklanken of anderszins). De omkeeringen (zie daar) dezer accoorden wijken in samenstelling belangrijk van elkander af.
Voorbeeld van kwartseptiem-klanken.
Bij 4- of meer-stemmigheid moeten van den drieklank één of meer tonen worden verdubbeld. Hiervoor komt in de laatste plaats de gealtereerde toon in aanmerking.
Zie verder de speciale leerboeken op het gebied der harmonieleer; over de kwartklanken in het bijzonder „Harmonielehre” van A. Schönberg en „Neue Harmonielehre" van A. Haba.