Accoorden, welke, door trapsgewijze, diatonische of chromatische voortschrijding van alle of sommige tonen tusschen de eigenlijke hoofdaccoorden zijn gevoegd. Zij hebben geen zelfstandige harmonische beteekenis.
Het komt voor, dat „doorgangs-acc." op zichzelf beschouwd een geheel andere, schijnbaar zelfstandige functie hebben; door den samenhang der harmonieën wordt dan hunne afhankelijkheid bepaald.Het met een x geteekende accoord is, op zichzelf een dominant-accoord in G; de samenhang stelt het afhankelijk van het daaraan voorafgaande onderdominants-accoord in Fis.
Als doorg. acc. kunnen allerlei accoordsoorten en -vormen optreden, van de sext-accoorden in Beethoven’s sonate op. 2 no. 3 (laatste deel) en de verminderde septiem-accoorden, o.a. bij Wagner en Liszt, tot de drieklanken, kwartsext dominant septiem en andere septiem acc. bij Debussy en de none accoorden o.a. bij Strawinsky (Petrouchka Danse russej.