oud-Russisch instrument van het luittype met buik, glad bovenvlak en langen hals. In de 16e—17e eeuw werd het in 3 grootten gemaakt en het werd met een plectrum bespeeld.
De naam komt waarschijnlijk van Tanbura (zoo heette in de 10e eeuw een instrument bij de Slavische volken) en is evenals de Arabisch-Perzische Tanbura met al haar variëteiten in het Oosten (Dschungur, Dumbra, enz.) uit de antieke Pandura voortgekomen en dus tenslotte toch ook met de Bandura verwant. Ook de Balalaika moet uit de D. zijn voortgekomen.