* 25. 12. 1857 te Castanet bij Toulouse, componist. Leerling van Niedermeyers school voor kerkmuziek te Parijs, werd 1878 domkapelmeester, 1891 organist te Versailles, 1895 kapelmeester bij de kerk St.
Trinité te Parijs. Verwierf 1905 den Prix-Chartier voor kamermuziek. Is thans leeraar aan Niedermeyers school. Componist van: een vioolsonate, een pianotrio, werken voor viool en piano, een „poème lyrique" voor soli, koor en orkest, Le grand Ferré getiteld, het oratorium Les mystères douloureux, de opera lldis, symphonische gedichten, o.a. La baie des trépassés (1898), orkestsuite, Arioso voor kl. orkest, motetten, kerkmuziek, liederen. Schreef de studie l'Art du maître de chapelle voor Lavignacs Encyclopédie du Conservatoire.