Naast de tonica de overheerschende toon in den toonaard, of binnen het tooncentrum. Zie ook tusschendominant.
In de Gregoriaansche muziek eveneens, de op den grondtoon (finalis) in belangrijkheid volgende toon. Dientengevolge de toon, waarop in de psalmen het grootste deel van den tekst wordt gezongen.Zie, voor de verhouding van tonica tot dominant en voor de dominanten der verschillende kerktoonaarden onder kerktoonaard.