* 19. 7. 1886 te Utrecht, leerling o.a. van Ev. Cornelis en André Spoor, heeft als eerste-violist en concertmeester medegewerkt in verschillende orkesten in den vreemde, werd, in Nederland teruggekeerd, in 1920 concertmeester der Ned.
Opera, in 1924 hoofdleeraar aan de muzieksch. van Toonk. te Rotterdam, nam 1926 zijn ontslag en vestigde zich als vioolleeraar te ‘s-Gravenhage. Schreef o.a. een vioolschool en études en (vrij naar Wasielewski), de Viool en hare meesters. Is conservator van het muziekmuseum-Scheurleer.