(ook Janaquin, Jennequin), * omstr. 1485 waarschijnlijk te Chatellerault, Fransch componist van chansons, uit de 16de eeuw, vermoedelijk leerling van Josquin. Volgens Maurice Cauchie (die een
uitgave van zijn complete werken en een boek over J. voorbereidt) moet J. in zijn jeugd in dienst van Louis Ronsard (den vader van den dichter Pierre R.) geweest zijn. Met zijn heer maakte hij de Ital. veldtochten (1507—15) mede. In 1529 is hij te Bordeaux, later in dienst van den kardinaal van Lotharingen, dan van den hertog de Guise, wiens overwinning hij in groote chansons bezong. Van 1545—58 is hij bovendien curaat te Unverre. In 1559 was hij nog in leven en beklaagt zich in een lied over zijn armoede en ouderdom. Van zijn werken zijn vooreerst bewaard gebleven 2 missen (in 1532 en 1554 gedrukt) en van zijne talrijke chansons bevinden zich vele in verzamelwerken uit dien tijd. De beroemde, groote chansons (Inventions), die een reeks descriptieve zangstukken bevatten zooals: Le caquet des femmes (5 stemmig), La jalousie (5 stemmig), Le chant des oiseaux, La chasse, L’alouette, Le rossignol, Le siège de Metz (5 stemmig), La bataille de Marignan enz. verschenen te Lyon (1544). Eenige zijner chansons verschenen in nieuwe uitgave in Experts Maîtres musiciens de la Renaissance française (Deel 5 en 7) en M, Cauchie heeft in 1925 twee groote 5 st. chansons (Le caquej des femmes en La jalousie) en in 1928 een verzameling van dertig 3- en 4-stemmige chansons van J. (Les concerts de la Renaissances deel 2) opnieuw uitgegeven.