✝ 1505 te Besançon, * 24. 8. 1572 te Lyon (vermoord in den Bartholomeusnacht), vermaard contrapuntist (leerling van Josquin), die een der eerste zoo niet de eerste componist is geweest, die de psalmen van Marot en de Bèze op muziek zette. Die muzikale bewerking werd ook over de grenzen bekend en de Duitsche gereformeerde kerk heeft ze tot in de 18e eeuw gebruikt, zij het ook in zeer vereenvoudigden vorm.
Ook de Luthersche kerk heeft enkele zijner melodieën aanvaard, zoo voor de 42ste, de 134ste en de 140ste psalm. Goudimel heeft ook op andere gebied vruchtbaar gewerkt. Men kent van hem Chansons, Oden van Horatius enz. Zie o.a. M. Brenet, Cl. G. (1898).