* 5. 2. 1748 te Chemnitz, ✝ 26. 1. 1798 te Dessau, leerling van J. A.
Hiller, vestigde zich 1779 te Bonn, waar hij hoforganist en hofmuziekdirecteur werd, maar met heel wat tegenspoed te worstelen heeft gehad. In 17% ging hij naar Dessau als operadirigent. Is leermeester van Beethoven geweest, wiens groot talent hij erkende, hoewel volgens sommigen zijn invloed op den meester niet overschat moet worden. Schreef een autobiographie, welke zijn vrouw, S. M. Zinck, een talentvolle operazangeres, heeft voltooid en die A. Einstein opnieuw in het licht heeft ge. geven. Componeerde onder meer werken voor het tooneel, een monodrama Sophonisbe, een dubbelconcert voor piano, viool en orkest, 12 odes van Klopstock (o.a. dem Unendlichen — vierstemmig met orkest), liederen, pianomuziek, arrangeerde opera's van Grétry, Paisiello en anderen voor piano, enz. Zie verder: Irmgard L e u x, Ch. G. N. als Intrumentalkomponist (1925).