* 1787 te Kassel, ✝ 17. 2. 1861 te Middelfart, zoon van Christ. Sam.
B., opvolger van zijn vader als hoboïst aan de hofkapel te Kopenhagen, waarin hij reeds als 15-jarige knaap meespeelde. Maakte, ook in het buitenland groote concertreizen. Na in 1841 gepensionneerd te zijn, werd hij vermaard als leeraar voor zijn instrument, waardoor hij ook concerten, een sonate, rondo, duetten en kwartetten, alsook eene ouverture schreef.