Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Christian barnekow

betekenis & definitie

* 28. 7. 1837 te St. Sauveur (Frankrijk), ✝ 20. 3. 1913 te Kopenhagen, componist.

Ontving zijn opleiding te Kopen* hagen, was 1871—1887 voorzitter der Vereeniging voor Deensche muziek, 1895 voorzitter van de muziekvereeniging Kopenhagen, verwierf in 1891 den titel van professor. Componeerde kamermuziek, idyllen voor strijkorkest, concertfantasieën voor orgel, humoresken (vierhandig) voor piano, vier liederen voor vrouwenkoor, gemengde en mannenkoren, cantates, enz. Ook gaf hij een koraalboek uit en verzorgde de godsdienstige liederen van Joh. Chr. Fr. Bach en Ph. Em. Bach, alsmede composities van Buxtehude, gearrangeerd voor piano (vierhandig).

< >