(Fr.) Lied. In de 15e, 16e en 17e eeuw meerstemmig, oorspronkelijk verwant met het volkslied, later van kunstiger bewerking.
Bijna alle Fransche, maar ook andere componisten van vocale polyphone muziek uit dien tijd hebben chansons geschreven, o.a. Josquin des Prés, Jannequin, Cortoi, Certon, Crequillon, Arcadelt, Costeley, le Jeune, O. di Lasso, Sweelinck; doch ook reeds Dulay; zijne tijdgenooten en leerlingen legden zich op het genre toe. Pale. strina componeerde eenige madrigalen, welke het chanson nabij komen.Men onderscheidt bij het eenvoudige, homo' phone volkslied allerlei soorten als bijv. chanson a boire, chanson pittoresque, chanson pour danser. Het eigenlijke chanson is polyphoon, hoewel homophone gedeelten meestal niet ontbreken. De bouw van het chanson is overzichtelijk; niet zelden worden frasedeelen herhaald. De invloed van het Fransche chanson — er bestaan er duizendtallen — is zeer groot geweest, zoowel in Italië als Duitschland en duurde voort tot in de 17e eeuw.
Verwant met het chanson is het madrigaal (zie daar); de grens tusschen beide genres is niet precies te trekken. Op het chanson zijn voorzeker de villanella's en frottoles (zie daar) van invloed geweest. Zie, behalve de uitgaven van H. Expert, Ch. Bordes, M. Cauchie e.a., en de werken over muziekgeschiedenis, o.a. d'Indy, Cours de composition, le deel.