Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Carlo coccia

betekenis & definitie

* 14. 4. 1782 te Napels, ✝ 13. 4. 1873 te Novara, componist, leerling v. h. conserv. te Napels, o.a. van Paisiello. Was dirigent o.a. te Lissabon, Londen en te Novara.

Was een zeer vruchtbaar componist van ruim 40 opera's (Atar, Mandane, Maria Stuarda [voor Londen 1825], L’orfano delle selve, La solitaria delta Asturie, enz.), cantates, missen en andere kerkelijke muziekwerken. Zie verder: G. Carotti, Biografie di C. C. (1873).

< >