Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Carl richard krüger

betekenis & definitie

* 13. 2. 1856 te Gera, hoboïst, was, na aanvankelijk in Duitschland werkzaam te zijn geweest, in 1877 als le hoboïst aan het Arnh. orkest verbonden, daarna aan diverse orkesten te Amsterdam en sinds de oprichting in 1888 aan het Concertgebouw-orkest. In 1895 werd K. tevens als leeraar aan het conserv. verbonden.

Als solist trad hij ook buiten Amsterdam met veel succes op; 22 Oct. 1905 vierde hij zijn 25-jarig jubileum als le hoboïst aan het Concertgebouw-orkest, waaraan hij tot 1922 verbonden bleef. Thans geniet hij te Baden Baden van een welverdiende rust.

< >