* 22. 10. 1859 te Darmstadt, dirigent. Studeerde philologie en muziek te Leipzig, werd 1880 Dr. philologiae, debuteerde 1880 als pianist in het Gewandhaus.
Was vele jaren kapelmeester in verscheidene steden, o.a. bij Neumann (1889 Nibelungen-opvoeringen te St. Petersburg en Moskou). Werd 1892 kapelmeester der kon. opera te Berlijn, kreeg 1908 de benoeming tot Generalmusikdirektor. Was intusschen een dirigent van wereldnaam geworden, dirigeerde de Silezische muziekfeesten, de Duitsche opera te Londen, afwisselend met Mottl de philh. conc. van het hofopera-orkest te Weenen, de symphonieconcerten te Boston, enz. Tijdens den oorlog werd hij in Amerika geïnterneerd, keerde 1919 naar Europa terug en was vervolgens als gastdirigent, o.a. ter vervanging van Mengelberg bij het Concertgebouw, werkzaam. Werd 1922 benoemd tot dirigent der philharmonische concerten te Hamburg. Na 1901 is hij de dirigent der Parsif of-op voering en te Bayreuth geweest.