Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Carl johan lindberg

betekenis & definitie

* 8. 3. 1837 te Lemo (Finl.), ✝ 21. 12. 1914 te Stockholm, violist. Leerling van Pacius, Ferd.

David en Joachim. Vestigde zich 1864 te Helsingfors, kwam 1869 bij de kon. opera te Stockholm, waar hij concertmeester werd, was intusschen 1873—1903 leeraar aan het cons., kreeg 1897 den titel van professor. Was als leeraar hooggewaardeerd, bepaalde zich bij de compositie tot studiemuziek. Zijn dochter, Sigrid L., * 5. 1. 1871, leerlinge van het Cons. te Parijs, is een degelijke concertvioliste.

< >