Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Cantate

betekenis & definitie

Ital.: cantata. „Zangstuk". Oorspronkelijk compositie voor zangstemmen, in het algemeen.

Later, een werk van niet te grooten omvang voor zangstemmen (koor met oi zonder soli; of wel, solostemmen met begeleiding). Het verschil tusschen oratorium en cantate is niet scherp aan te geven; de cantate is beknopter en gewoonlijk lyrischer dan het oratorium. Het Weihnachtsoratorium van J. S. Bach bijv. is leitelijk een aaneenschakeling van 6 cantaten.Verwante vormen zijn o.a. de ballade (zie daar) voor koor (bijv. Gade: Erlkönigs Tocht er, R. Strauss: Taillefer), de legende voor koor (bijv, Bruch: Frithjof, d'Indy: Le chant de la cloche, légende dramatique), lyrische werken van niet te kleinen omvang en dramatische scènes, zonder actie, als bijv. Schumann: Scenen aus Goethe's Faust, Franck: Rebecca, scène biblique. Kortom, alle koorwerken met of zonder soli, met orkestbegeleiding, hebben overeenkomst met de cantate. Men vergelijke de rijke literatuur der 19e en 20e eeuw.

De eerste cantates werden geschreven in Italië (eind 16e, begin 17e eeuw) en wel, in tegenstelling tot de a cappella muziek, voor één of meer solostemmen met begeleiding. De kerkelijke cantates ontwikkelden zich uit de concerti ecclesiastici. Zij onderscheidden zich van de motetti a voce sola, doordat zij bestaan uit verschillende onderdeden, in recitatieve en ariose vormen en door een regelmatig, periodiek gebouwde melodie. Een andere soort was de kamercantate, aanvankelijk verwant, later eene uitbreiding van de monodie (zie daar en onder opera). De grondvorm der kamercantate is, tot en met A. Scarlatti, een tweetal aria's, ingeleid en gescheiden door recitatieven.

Zoowel de kerk-cantate als de wereldlijke cantate heeft dus overeenkomst met de instrumentale werken uit denzelfden tijd (zie o.a. canzon da sonar, concert, sonate).

Later wordt bij de cantate ook weer het koor, dat aanvankelijk ontbrak (vgl. de eerste opera's; zie daar) ingevoerd. De orkestbegeleiding neemt aan beteekenis toe; behalve de solostemmen treden ook obligate instrumenten op den voorgrond.

De naam „concerto" voor cantate blijft gedurende de 17e en 18e eeuw, ook nog bij J. S. Bach, gebruikelijk.

Bijna alle meesters der Italiaansche opera (zie daar) hebben cantates geschreven; ook in Frankrijk en Duitschland werd het genre beoefend.

Tot de wereldlijke cantates moeten ook de feestcantates, huldigingscantates, etc. worden gerekend.

Zie, behalve de groote werken over muziekgeschiedenis en de composities der hierboven genoemde meesters o.a. E. Schmitz: Geschichte der weltlichen Solokantate, Riemann: 6 Kammerkantaten (o.a. van A. Scarlatti, Astorga), A. Schering: Geschichte des Oratoriums.

< >