Wordt gezegd:
1) Van een melodie, die loopt van grondtoon tot grondtoon van den toonaard. Voorb.: Omvang der melodie. met finaaltoon d. Tegenstelling: Plagaal (zie daar). Men consulteere de Gregoriaansche muziek.
2) Van een cadens (zie daar) met de harmonie-opvolging: Dominant-tonica. bijv.