* 27. 1. 1783 te Dresden, ✝ 22. 11. 1852 aldaar, componist en pianist, was gedurende enkele jaren, terwijl hij hem op zijn reizen vergezelde, leerling van dementi, tot zij 1805 te St. Petersburg van elkaar gingen.
Na eenig rondtrekken vestigde Klengel zich toen weder in zijn geboortestad en werd daar in 1816 hoforganist. Moet vooral in de wedergave van het werk van J. S. Bach hebben uitgemunt. Toont zich in zijn enkele composities diens trouwe navolger, K. was vooral een meester van den Kanon en hij gaf in zijn laatste levensjaren 24 Kanons uit onder den titel Les avant-coureurs. Zijn hoofdwerk waarvan deze Kanons voorstudie zouden zijn, gaf Mor. Hauptmann na zijn dood uit: Canons et fugues dans tous les tons majeurs et mineurs (2 deelen elk van 24 kanons en fuga's, 1854 (F. G. Thiele gaf er 1908 bij Steingraber een bloemlezing van uit). Verder componeerde K. nog 2 pianoconcerten, eenige pianosonates en kamermuziek.