Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Aug. wilh. ambros

betekenis & definitie

* 17. 11. 1816 te Mauth bij Praag, ✝ 28. 6. 1876 te Weenen. Was aanvankelijk jurist (in 1850 Staatsanwalt te Praag), maar gevoelde zich meer tot de muziekgeschiedenis aangetrokken en trad tevens als muziekcriticus op.

In 1856 wijdde hij zich geheel aan de kunst en maakte een aantal reizen voor zijn historische onderzoekingen. In 1869 werd hij buitengewoon hoogleeraar en leeraar aan het Conservatorium te Praag; in 1872 werd hij te Weenen aangesteld als ambtenaar bij het Dep. van Justitie, leeraar van kroonprins Rudolf en leeraar aan het Conservatorium. Ambros heeft velerlei gecomponeerd, o.a. een opera Bretislaw a Jitka, pianomuziek en liederen, maar zijn belangrijksten arbeid heeft hij verricht op het gebied der muziekgeschiedenis. Zijn hoofdwerk is zijn Geschichte der Musik (1862—1878), welke echter niet verder gaat dan het begin der 16de eeuw (voortgezet door Langhans en Otto Kade). Verder kleinere werken als: Zur Lehre vom Quintenverbot, Die Grenzen der Musik und Poesie, Bilder aus dem Musikleben der Gegenwart, enz.

< >