Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Anton johannes bouman

betekenis & definitie

* 18. 10. 1855 te 's-Hertogenbosch, ✝ 23. 3. 1906 te Wassenaar, violoncellist, leerling van Oscar Eberle en W. Bargiel te Rotterdam, later van Fr.

Grützmacher te Dresden, Servais te Brussel en Jacquard te Parijs. Vervolgens was hij als solo-cellist werkzaam te Pau (Frankrijk), Londen, Utrecht en eindelijk aan het Philharm. orkest te Berlijn. Na zijn vertrek uit Berlijn is hij leeraar geworden aan het Kon. Conservatorium te 's-Gravenhage. Bouman heeft vier concerten voor zijn instrument gecomponeerd, die het echter niet tot bekendheid hebben kunnen brengen.

< >