(Dimmler), * 14. 10. 1753, te Mannheim, ✝ omstr. 1819 te München, componist, leerling van Zwyny (Hoorn) en Abt Vogler (Comp), was in 1767 waldhoornist a. d. hofkapel, kwam 1778 naar München, maar werd daar contra-bassist. Van hem zijn bekend symphonieën, kwartetten, concerten en trio's.
Ook schreef hij eenige operettes (Der Guckkasten (1794), Die Schatzgräber) maar vooral was hij beroemd door zijn „Ballettmusiken' waarvan hij er 185 moet geschreven hebben.