* 29. 11. 1859 te Semlin, ✝ 7. 10. 1925 te Berlijn, violist. Studeerde aanvankelijk voor ingenieur, werd 1878 leerling van Joachim te Berlijn, 1888 leeraar, 1900 professor aan de Hochschule f.
M., 1925 door Berlijn benoemd tot Dr. h; c. Schreef: Biographie J. Joachims (2de dr. 1908), Geschichte des Violinspiels (1923), Violinschule (met Joachim als medewerker), Methodik des Violinspiels (2 dln. 1920), gaf de briefwisseling van Joachim uit, bezorgde de uitgave van een reeks klassieke strijkkwartetten en vioolcomposities (in samenwerking met Joachim en Hugo Becker).