* 18. 9. 1860 te Turijn, componist, studeerde te Venetië, Padua, München en Dresden. Sinds 1926 is hij directeur van het R.
Cons. L. Cherubini te Florence. Zijn in Wagnerstijl geschreven opera's verschenen voor het meerendeel bij Ricordi te Milaan. Het meeste succes heeft hij behaald met Germania, in 1902 voor 't eerst te Milaan opgevoerd. Verder schreef hij: Cristoforo Colombo (1892), II Signor di Pourceaugnac (1897), La figlia Jorio (1906), de operette Giove a Pompei met medewerking van Giordano (1921), de symphonische gedichten Loreley en Nella selva nera, ouvertures, enz.