Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Gepubliceerd op 15-06-2021

Albert rubenson

betekenis & definitie

* 20. 12. 1826 te Stockholm,✝ 2. 3. 1901 aldaar, violist. Leerling van David, Hauptmann en Gade aan het cons, te Leipzig.

Volgde 1848 Gade naar Kopenhagen en werd na van 1850/51 als altist te Stockholm en daarna als muziekcriticus aan verschillende bladen werkzaam te zijn geweest, in 1872 directeur van het cons, te Stockholm en lid der academie. Componist van muziek bij drama's, een symphonie, een ouverture Julius Caesar, suites en intermezzi v. ork„ een strijkkwartet, koren en liederen.

< >