* 3. 3. 1802 te Parijs, ✝ 8. 3. 1839 te Napels, tenorzanger. Volgde 1825 zijn vader Louis Nourrit als tenor van de Grand Opéra te Parijs op.
Nam wegens de benoeming van Duprez aan de instelling in 1837 zijn ontslag en trad in Zuid-Frankrijk, België en Italië als gast op. Deed zich ook als concertzanger: o.m. van liederen van Schubert, waardeeren. Te Napels pleegde hij in een vlaag van verstandsverbijstering zelfmoord. Voor Fanny Elssler en La Taglioni componeerde hij enkele balletten, o.a. La Sylphide. Zie verder: E. Boutet de Monvek, Un artiste d’autrefois A.N. (1903, twee dln.).