* 10. 6. 1830 te Thorn, ✝ 15. 5. 1912 te Oliva bij Danzig, leerling van het cons. te Leipzig. was 1854—1867 kapelmeester aan het Friedr. Wilhelmstadtisches Theater te Berlijn, vestigde zich daarna te Thom als erfgenaam van de koopmanszaak zijns vaders.
Was specialiteit op 't gebied van de werken van Lortzing en Offenbach, doch heeft vooral naam gemaakt door zijn muziek voor te Berlijn vertoonde kluchten.